Vuilnis

Afgelopen week hoorde ik de toeter van de vuilnisman voor onze gate. De mannen zijn al een maand niet meer geweest, dus ik ben blij dat de verzamelende rotzooi eindelijk weer weggaat. Het stinkt: het staat al die tijd in de volle zon. De mannen rijden op hun truck naar binnen. Twee springen eraf, halen de emmers zak voor zak leeg en gooien ze in de truck. Twee mannen in de truck openen elke zak. Er valt een nagellak uit de zak, van ons buurmeisje.  De man pakt het op, kijkt ernaar en doet het in de tas rond zijn schouder.

Nu pas valt het me op: alle vier de mannen hebben zo’n tas. Elke item wordt gescand, zit er nog iets van waarde in de vuilniszak? Zonder handschoenen wordt alles doorzocht, door mijn stinkende lege tonijn blikjes, nog nadruipend van de olie. Binnen een paar minuten is het klaar en vegen ze hun handen af aan de struikjes.

Eén man komt nog even naar me toe: heb ik misschien wat muntjes voor hem voor eten? Ik begrijp hem niet gelijk en hij heeft weinig tijd. Zoveel gedachten in mijn hoofd: hij heeft een baan! Hij heeft net al mijn rijkdom gezien in mijn afvalbak. Hoe weet ik wat zijn gezin echt nodig heeft? Waar begin ik aan? Zonder geld springt hij weer op de truck en drukken ze weer op de toeter, klaar om te gaan. Ik doe het hek weer open en kijk ze na. Ik voel me oncomfortabel rijk. Ik sta een moment stil bij wat ik heb, wat ik geef en wat ik gun. Dit land heeft zoveel noden! Ik kan niet, ik kan, ik….. Het hek valt dicht. Hun werk zit er op, een restje nagellak rijker, maar ik ben nog lang niet klaar met mezelf. 

Een gedachte over “Vuilnis”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *