We hebben altijd gezegd, als Wilfred slaagt dan is de eerste vlucht voor ons tweeën. Afgelopen week was het dan zo ver. Allebei een beetje zenuwachtig stapten we in dat kleine ding. We hebben wel eerder samen gevlogen, maar zo’n grote jet is echt een wereld van verschil. Nu ken ik de piloot en voel ik al zijn emoties. En daarnaast: er zit maar een heel klein en dun deurtje (die ik zelf moest dichtklemmen) tussen mij en de lucht!!
Binnen no-time zitten we in de lucht en haal ik weer adem. Na even zoeken en logisch denken herken ik het eerste dorpje onder ons: Olst al! Super snel stevenen we op Laag Zuthem af. Na twee rondjes zien we iemand uitgebreid zwaaien. Wilfred maakt nog maar een extra rondje om te ontdekken wie het is. Oeps. Iets te schuin naar mijn zin (edit Wilfred: was gewoon een 30 graden bocht). Ahhhh.. mijn buik! Kan mij die leukerd op de grond schelen, trek dat ding weer recht! Wilfred concludeert al vliegend dat het zijn vader is en we zwaaien met de vleugels terug. En weer door. We herkennen de werkplek van Wilfred in Ommen en na even zoeken (want wat is het opeens klein!) het attractiepark Hellendoorn.
Het schiet door mijn hoofd: zou God ook zo naar ons kijken? Naar al die drukke kleine mensjes op aarde, hard bezig om gelukkig te worden in het leven? Weten we wel hoe klein we eigenlijk zijn? En dat we heel hard kunnen krioelen zonder ook maar iets te bereiken? Bijzonder.
Opeens is het weer tijd om te landen. Wilfred brabbelt wat door de radio en er wordt een nog vager antwoord gegeven. Wat een aparte wereld. Een wereld waarin ik trots ben op de man die ik mijn man mag noemen. Een wereld waarin ik het prima vind om ‘vrouw van’ te zijn en meer met beide voeten op de grond te staan dan in de lucht. Een wereld waarin we God de eer willen geven dat hij ons zo zegent.