De lucht was in de middag open gebroken en de zon stond al laag aan de hemel. 19.00 uur: daar gingen we… Op weg naar Duitsland.
Wel vaker heb ik gevlogen in de avond, alleen was dat altijd in de zomer terwijl het licht was. Vandaag zou het om 20.40 uur donker worden. Tegen de tijd dat we op Münster-Osnabrück zouden landen was de schemer al overgegaan naar haast donker.
Het was eindelijk zover: nachtvliegen.
Voordat begonnen mag worden met de opleiding ‘intrument vliegen’ (IR), moeten minimaal 5 starts en landingen in het donker gemaakt zijn en daarnaast 5 uren in de nacht gevlogen worden.
Na een uur rond de luchthaven gevlogen te hebben om de landingen te oefenen gingen we op weg naar Dusseldorf. Het weer was daar beter dan in Munster, waardoor de steden en snelwegen mooi zichtbaar waren. Niet dat ik daar veel van gezien heb, ik zat alleen maar naar de instrumenten te staren: Kunstmatige horizon – hoogte – kunstmatige horizon – koers – kunstmatige horizon – hoogte – kunstmatige….
Je zou kunnen denken: levensgevaarlijk, dat vliegen in de nacht. Aan de ene kant is dat ook zo: wat als de motor er mee stopt? Je kunt niet (goed) zien waar je dan gaat landen. Aan de andere kant wordt er goed op je gelet. De luchtverkeersleiding houdt je continue in de gaten en geeft je opdrachten om van koers en hoogte te veranderen.
Eenmaal voor de landingsbaan en bij de beslissingshoogte van de instrument landing aangekomen, kijk je naar voren en zie je een kerstboom van lichtjes voor je. Daar moet je hem neerzetten.
Na vijf lange vlieguren, sloten we de kist om 04.15 uur af. Na wat na kletsen om 05.00 uur proberen te gaan slapen op het vliegveld Münster-Osnabrück. Al lukte dat niet makkelijk met alle onwennige geluiden. Daarnaast kwamen de eerst mensen om half zeven het kantoor alweer binnen en was het inmiddels licht. Een nieuw dag. Tijd om naar huis te gaan.
leuk om zo een stukje vlucht mee te maken!