Zoek

Het is dinsdag middag en ik land in Mount Hagen. Andy (collega piloot in Wewak) komt aanlopen met de mededeling dat er iets gaande is rondom een vermiste boot in de buurt van Wewak. Snel lopen we naar de operation manager en proberen we duidelijkheid te krijgen. Er zijn nauwelijks details gegeven. Het enige wat we weten is dat er een boot van het eiland Wuvulu naar Wewak is gegaan, maar niet in Wewak is aangekomen op de afgesproken tijd.

De dag ervoor (maandag) was ik nog op Wuvulu. Ik nam het maximale aantal mensen en cargo mee, maar kon twee mensen niet meenemen vanwege het maximale start gewicht. De twee vonden dat natuurlijk wel wat vervelend, maar gelukkig ging er een boot, later die dag. Daarop zouden ze mee kunnen.
Ik realiseer me: de twee passagiers die ik heb ‘achter gelaten’, zitten op die vermiste boot. Het waren niet mijn passagiers, maar zo voelt het wel. Ik voel me enorm bij dit alles betrokken, mede door mijn rol hierin.

Snel vertrekken we uit Hagen, terwijl de wolken steeds donkerder worden. We zien dat Hagen town al is opgeslokt door de regen. Gelukkig is de Sepik, waar wij naar toe gaan, slechts licht bewolkt met veel blauwe lucht. We vertrekken op tijd en vliegen het mooie weer in.

Het slechte weer laten we snel achter ons in Mt Hagen.


Diezelfde avond krijgen we te horen dat de zoektocht morgen doorgaat. Er is nog steeds geen concrete informatie, maar we weten van waar de boot vertrokken is en waar hij naar toeging. Het plan is om morgenochtend vroeg te vertrekken, maar niet zo vroeg dat het nog schemerig is. We bellen het bedrijf dat voor brandstof zorgt op het vliegveld en vragen of ze extra vroeg aanwezig willen zijn. Iedereen doet net dat beetje extra om te zorgen voor een goede uitkomst van de zoekactie. Mijn vrije dag gaat de prullenbak in, maar dat kan mij op dit moment gestolen worden. Dit is waarom we hier zijn: helpen.

De zoektocht
Andy heeft ervaring in patrouille en zoekacties vliegen. Dat is een enorme aanwinst voor MAF PNG. En Wewak is dan ook de beste plek om hem gestationeerd te hebben (de enige basis die aan zee/water ligt). In de ochtend komen we tot een plan en gebruiken we zoveel mogelijk bronnen om data te verzamelen: wat doet de wind, wat is de stroming. Tijd van vermissing en hoelang zijn ze nu al aan het afdrijven. We proberen alles te berekenen en te beredeneren. Maar tegelijkertijd komen we erachter dat we niet uitgerust zijn voor dit soort missies: we hebben geen ervaring binnen MAF PNG voor dit soort acties. Het is mijn eerste keer. Andy heeft wel ervaring maar met andere middelen en andere omstandigheden. In Europa is veel meer data omtrent stroming en wind beschikbaar.

We stijgen op en beginnen de zoektocht vrijwel direct. We hebben allemaal een reddingsvest om, omdat we tot wel 200 km uit de kust plannen te vliegen. Initieel planden we om op 2000 voet hoogte te vliegen (600m), maar bewolking maakt het onmogelijk goed te zoeken, dus we zakken naar 1000 voet (300m).

Na bijna 6 uur vliegen met gereduceerd vermogen voor maximale vliegduur landen we weer op Wewak. Helaas, zonder resultaat.
Het is onduidelijk of de volgende dag weer gezocht gaat worden, dus we bereiden zoveel mogelijk voor, voor het geval dat.

Dag 1 het patroon links, dag 2 het patroon rechts.


‘s Avonds wordt duidelijk dat we de volgende dag inderdaad weer gaan zoeken. De volgende morgen zijn er twee extra mannen die meegaan als observer. Eén van hen is op dezelfde dag met een boot van een naburig eiland vertrokken naar Wewak. Toen wij opstegen van het eiland op maandag, zagen we hem met nog een andere boot aankomen op Wuvulu om te checken of meer boten naar Wewak gingen of dat er meer lading meer genomen moest worden. Hij heeft dus op dezelfde dag gevaren als de vermiste boot en heeft dus een goed idee van wind en stroming.
Samen met hem wordt een nieuw plan gemaakt en besloten in welk gebied gezocht gaat worden.

We stijgen weer op en doen hetzelfde als de dag ervoor: laag over het water, met reddingsvesten aan, 6 uur achter elkaar een patroon vliegen en continue naar buiten kijken in de hoop hen te vinden.
Helaas. Ook deze dag niet gevonden. Ik ben gefrustreerd en teleurgesteld. We hadden ze toch moeten kunnen vinden. Is het gebrek aan data dan toch een groter probleem dan ingeschat? Het is balen, maar er is niets wat we kunnen doen.

Die avond wordt duidelijk dat de zoektocht gestaakt wordt. De boot is al meer dan 80 uur vermist en elk uur wordt het zoekgebied groter. Weer-modelen waren tegenstrijdig, waarbij één model een oostelijke stroming aangaf en een ander model een westelijke stroming. Waar ga je dan zoeken!?

Een enorm groot zoek-gebied. Nederland er naast geplaatst ter vergelijking

In mijn hoofd
De dagen erna spookt de zoekactie veel door mijn hoofd. Elke keer als ik de zee zie, denk ik aan ze. Ik wil de zee weer op, verder zoeken. Maar op dit moment is het gewoon dwaas om door te gaan. Ze kunnen al meer dan 300 km van oorspronkelijke locatie zijn afgedreven. Het is onbegonnen werk. Het wordt mij duidelijk dat deze actie meer met me doet dan ik wil toegeven. Ik laat er niet al te veel over los en Harriëtte pikt de sporadische signalen ook niet op. Ik ben moe van de vele vlieguren en heb rust nodig. Ik doe de hele zaterdag niets, maar de gedachten blijven.

Zondag hebben we een gezamenlijke dienst met andere zendingsorganisaties op de heuvel bij Wewak. Deze heuvel kijkt uit over de zee. Ik sta buiten en kijk naar de zee, ik zoek naar een witte boot die rond dobbert. Ze moeten toch ergens zijn!
Gedurende dienst wordt mij duidelijk dat ik dit moet gaan verwerken en er over moet praten. Ik weet dat we alles gedaan hebben dat we konden, maar het voelt als falen. We hebben ze niet gevonden.

Het uitzicht op de heuvel waar ik nog steeds zoek naar het bootje.


Aan het einde van de dienst kijk ik weer uit over het water. Er dobbert een witte boot. Even denk ik: ‘wat als…’. maar het kan niet. Er zijn andere boten in de buurt en niemand gaat naar deze boot toe. Het is vast iemand die aan het vissen is. Verschillende mensen horen het verhaal en Harriëtte deelt het ook met iemand.

We gaan naar huis en een half uurtje later gaat de telefoon. Het is de persoon waar Harriëtte mee heeft gesproken. Hij heeft een bewaker op de compound die uit Wuvulu komt en heeft hem gevraagd wat hij er allemaal van wist. De bewaker vertelde dat zondagochtend een telefoontje binnenkwam uit Jayapura (West-Papoea). De boot is daar aangespoeld / land bereikt / opgepikt met alle inzittende in leven. Bijna 6 dagen hebben ze op de zee gedreven, zonder peddel en zonder communicatiemiddelen.
Wat een enorme opluchting. Geen zorgen meer en geen vragen of we het beter hadden kunnen doen. Blijdschap en dankbaarheid.

En de volgende keer, gaan we ze wel vinden…

2 gedachten over “Zoek”

  1. Heerlijk dat de hemelse Vader jullie toch heeft laten weten dat de opvarenden terecht zijn. Hij was erbij! Er is dus alle reden voor extra dankbaarheid jegens de Here – ook in jullie samenkomst. Opa en Oma –

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *