Blij verrast

For Pseudo-English: try using this automated translation: https://translate.google.com/translate?sl=nl&tl=en&u=https%3A%2F%2Fdeknigges.nl%2Fblij-verrast

Vrijdag 18 oktober was geen ‘vliegdag’ voor mij.
Het vliegtuig had bijna geen uren meer over voordat het geplande onderhoud plaats zou vinden in de volgende week. We hadden een paar reserve uren, want je weet nooit of je een medivac (medische evacuatie) krijgt in het weekend.
Op deze vrijdag was ik bezig op de basis om een brandslang te installeren. Tja, iemand moet het doen….

De brandslang in kwestie

Al op tijd in de ochtend kregen we een telefoontje uit Buluwo, een landingsbaan bij twee kleine dorpjes op ongeveer een half uur vliegen van Wewak. Een vrouw was bevallen van een baby de dag ervoor, maar de tweede baby zat vast in de buik. Het lag mogelijk in de stuit of dwars. Geen fijne situatie in de bush, zonder verloskundige hulp.
Ik stond klaar om op weg naar Buluwo te gaan, maar er was één probleem: een maand daarvoor konden we niet landen op deze landingsbaan, omdat het gras te hoog was. Het kwam zeker tot de knieën. Dat zijn geen goede omstandigheden om in te landen. Dus hoe nu verder?

Onze MAF base-staff die aan de telefoon was met iemand in Buluwo, vertelde dat de strip eerst moest worden gemaaid. Het gras moest eraf, anders geen medivac. We kunnen niet ons leven en het vliegtuig op het spel zetten om iemand anders te helpen. Er zijn regels waar we ons aan moeten houden, hoe erg de nood ook is.

De mensen in Buluwo lieten weten dat ze aan de slag gingen.
Ik ben ondertussen het vliegtuig klaar gaan maken voor vertrek, maar had er weinig vertrouwen in. Normaal gesproken is een dorp bijna de hele week bezig om een landingsbaan te ‘maaien’. Bij gebrek aan grasmaaiers, gaat dat hier gewoon met een bushknife. Dat is nog zwaarder dan hoe dat vroeger bij ons in Nederland ging met de zeis. Normaal dus een week en nu wilden ze dat in één dag doen.
Met de base-staff was ik al vast aan het overleggen om zaterdagmiddag de vlucht te doen, mochten ze het dan klaar hebben.
Ondertussen ben ik rustig verder gegaan met het installeren van de brandslang.

Rond een uur of twee kwam er weer een telefoontje: de strip was voor zo’n 80% ‘gemaaid’. Ik keek de staff aan en kon het niet geloven. Ik vroeg om bevestiging en was enigszins argwanend.
Toen het nogmaals bevestigd werd, liet ik meedelen dat als het niet klopte ik alsnog niet ging landen en de medivac niet doorging.
Samen met één van medewerkers van de basis ben ik toen in mijn dagelijkse kleren naar Buluwo vertrokken.

Samen met Joel onderweg (dit was overigens op de terugweg)

Toen we daar aankwamen kreeg ik kippenvel: de strip was voor 80% gemaaid, ruim genoeg om te landen voor ons lage gewicht. Ik zag de hele community op de landingsbaan bezig. Allemaal aan het slaan met de kapmessen: bezweet, hijgend en vermoeid. Kinderen van 6,7,8 jaar hielpen mee met hun eigen kapmessen (het is hier heel gewoon dat kinderen deze werktuigen gebruiken).

Buluwo landingsbaan

De zwangere vrouw kwam aanlopen met haar man en een kleine baby. Ze kwam aanlopen. Ik verwachtte dat ik een stretcher nodig zou hebben. Wat zijn die vrouwen in PNG sterk. Ongelofelijk.
Na ze gewogen en ‘ingeladen’ te hebben, bracht ik ze naar het dichtstbijzijnde kleine ziekenhuis, op ongeveer 20 minuten vliegen.
Ik verwachtte dat de vrouw het zou redden, maar dacht dat de baby al niet meer leefde. Geen idee of dit vaker gebeurt met tweelingen, maar iets zegt mij dat een tweeling-bevalling normaal redelijk vlot achter elkaar door gaat en er niet een dag tussen de bevallingen zit.
En dat was dat, zo dacht ik.

Afgelopen woensdag, 27 november moest ik deze mensen weer terug vliegen naar Buluwo. Ik wist dat dit hetzelfde gezinnetje was, want dat was mij verteld. Toen ik landde in Tadji, verwachtte ik 2 volwassenen en een baby in te checken. Maar wat bleek: er waren twee baby’s om in te checken! Toen ik dat hoorde was ik echt blij verrast. Ik kon het niet geloven. Een paar keer zei ik hoe blij ik voor ze was. Toen ik hielp met de gordels vast te maken vroegen ze hoe ik heette. ‘Wilfred’, zei ik, waarop zij zeiden: Het was dit jongetje, Jason, dat vastzat. We willen hem jouw naam als tweede naam geven. Ik was verrast en vereerd. Ze toonden hun dankbaarheid door mijn naam aan hun zoon te verbinden. Wat bijzonder.
Voordat we vertrokken bad ik met de passagiers. Dat doe ik eigenlijk altijd en dit keer kon ik toevoegen hoe blij ik was voor deze jonge ouders. Ik kreeg er een brok van in mijn keel.

Het jonge gezinnetje

En zo volgen moeilijke medivacs met slechte afloop, goede medivacs met mooie afloop elkaar op. Alle kanten van het leven komen zo op je af. En hoewel we geen beslissende invloed hebben op leven en dood, kunnen we ondanks de uitkomst toch helpen. Niet elke uitkomst is er één zoals wij ons verstellen. Maar zolang we een rol van betekenis kunnen zijn in dit prachtige land, waar het leven niet vanzelf gaat, is het ons waard ons hier in te zetten. De foto van het gezinnetje hebben we op de koelkast geplakt. Juist in deze feestmaand, waarin we ons soms afvragen waarom we niet gewoon lekker bij onze familie & vrienden in Nederland zijn, geeft deze foto een goede reminder. De reden waarom we hier willen zijn. MAF: flying for LIFE!

4 gedachten over “Blij verrast”

  1. Wonderlijk dat we ons zo vaak mogen verheugen in de wegen die de Here ons laat zien! Geve Hij dat onze ogen oren en harten open staan voor zoveel van Zijn almacht die Hij ons ook nu weer heeft laten zien!

    1. Dear Albert, thanks for the reply! God is good, yes! My husband Wilfred is a son of jurjen and Hennie Knigge. Jurjen is the son of rev. Henk Knigge, so we say opa to rev. H. Knigge

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *